"In ieder van ons schuilt een Brandon"
Regisseur Zephyr Brüggen ziet Brandon’s Voyage als een reis tussen werkelijkheid en verbeelding. De zoektocht van de monnik Brandon naar het paradijselijke eiland is meer dan een middeleeuwse legende. Het is een spiegel voor onze eigen verlangens. ‘Ik zet mensen aan in plaats van uit.’

- Kerst met Jane Austenza 20 decBibliotheek Neude, Utrecht
- A Ceremony of Carolsza 21 decPieterskerk Utrecht
- Kerst met NEXT en Welkom in Utrechtvr 20 decHerculeshoek Utrecht
- Kerst met Kamerkoor NEXTza 23 decBibliotheek Neude
- Verdi's Quattro pezzi sacri met het Nederlands Philharmonisch OrkestMeerdere datumsma 27 novHet Concertgebouw, Amsterdam
- Dag van de Componistza 17 junStadsklooster Utrecht & Hoog Catharijne
- Silence | Amersfoortzo 19 mrtJohanneskerk
- Silence | Utrechtvr 17 mrtPieterskerk
Interview Gerrit-Jan KleinJan
Is de reis van Brandon een oud verhaal? Nou, het is maar net hoe je het bekijkt, zegt regisseur Zephyr Brüggen. Brandon staat volgens haar dichterbij ons dan we misschien op het eerste gezicht denken. “Ik meen dat er een Brandon in ons allemaal schuilt. Brandon is een mens met een verlangen. Hij is een persoon die een visioen krijgt, een ideaal voor ogen heeft, en dat jaagt hij na. Sterker nog, hij krijgt anderen zover om met hem mee te gaan.”
In Brandon’s Voyage komen elementen terug die Zephyr Brüggen (1994) vaak in haar werk gebruikt: het verleden, de toekomst, de dood. Veel personages die ze als regisseur op het podium zet, zijn aloude archetypes, zo stelt ze. Ook Brandon is zo’n oerfiguur.
Een archetype is een universeel symbool dat gedrag en karakter weerspiegelt. Welk archetype is Brandon?
“Brandon is het archetype van de ontdekkingsreiziger. Hij is een soort Odysseus die over de wereld zwerft. Door rond te dwalen kom je op plekken waar het er anders aan toegaat dan bij jou thuis. En het leuke van ontdekkingsreizen is dat je daardoor juist iets leert over thuis en over jezelf, juist door geconfronteerd te worden met allemaal andere dingen. Als je terugkomt dan heb je op het gewone, het alledaagse, een nieuwe blik.”
Hoe krijgt dit alles vorm bij Brandon?
“Brandon is monnik en hij gaat eropuit. Hij maakt een reis in zijn hoofd. Hij wordt daarbij gedreven door een visioen van het paradijselijke eiland van Tir-Nan-Og dat ook wel het Isle of the Ever-Blessed heet. Of hij daarmee iets over zichzelf leert? Misschien is het bij hem wel meer dat hij hoopt en verlangt dat er iets paradijselijks op aarde te vinden is?”
Wat betekent dit dan?
“Ik vind het een interessant idee dat het paradijs een plek is die je kan bereiken met een boot, een plaats op onze eigen wereldkaart. Het paradijs is een idee, de hoop op een betere toekomst waar de dood niet bestaat en de bomen altijd vrucht dragen, maar volgens de redenering van Brendan is het ook een concrete, materiële plek. Het idee dat er een plek is op de wereld waar dingen beter zijn is denk ik heel herkenbaar voor veel mensen. Dat je wilt ontsnappen uit de grauwe, grijze werkelijkheid van alledag. Dat je dus op zoek gaat naar een plek waar het mooier is, beter. Dat je het gevoel hebt dat je weg moet van hier, in het echt of in je verbeelding. Dat gevoel is heel herkenbaar. Daarmee is Brandon iemand die ook op ons lijkt.”
Jij noemt Brandon ook een verbinder.
Nou, Brandon is oud, hij ligt op sterven, en hij krijgt zijn broeders zo gek het comfortabele leven in het klooster te verruilen voor de gevaren van de zee. In de tekst van George MacKay Brown, waarop het libretto is gebaseerd, zeggen ze allemaal ‘waarom moeten we nou op een schip? We hebben het hier toch goed?’ Brandon zegt dan ‘nee, elders is het nog beter, we moeten op zoek naar de Isle of the Ever-Blessed.’
Het is niet duidelijk of het een echte reis is of een reis in de verbeelding van Brandon. De laatste optie heeft jouw voorkeur, waarom?
“Ik denk dat het een reis in zijn hoofd is, omdat dat de spannendste regiekeuze oplevert. Want het is makkelijker om realistisch te zijn op het toneel dan om de verbeelding aan te spreken.”
Kun je dat uitleggen?
“Voor verbeelding, daar moet het publiek zelf werk voor verzetten. Een realistische reis, dat beeld je natuurlijk makkelijk uit: gewoon met een boot, monniken met hun pij en water. Dat maakt het allemaal ook platter, minder dubbelzinnig. Het is interessanter als een verhaal veel meer kan zijn. Maar dan moet je het toneelbeeld wel anders aanpakken. Dus als er in de tekst staat, we stappen op de boot, dan kies ik ervoor om niet letterlijk een boot te tonen, maar een boot te suggereren. Bijvoorbeeld door het koor als geheel bepaalde bewegingen te laten maken.”
Je wilt de verbeelding aanspreken. Waarom is dat volgens jou zo belangrijk?
“Kijk, in een film zoomt de camera in of uit. Op die manier vertelt de camera waar je naartoe moet kijken. In het theater mag je zelf weten of je naar links of naar rechts kijkt, of je je ogen dicht doet, zelfs of je wel luistert. Het is eigenlijk een democratischer vorm. Je bent namelijk je eigen camera. Ik vind het erg fijn als mensen autonoom zijn in wat ze kunnen zien en doen. Dat trek ik verder door. Door de dingen niet letterlijk te laten zien, zaken open te laten op het podium, moet het publiek zelf gaan invullen wat het zou kunnen betekenen. Ik wil niet dat mensen veilig op het rode pluche achterover gaan leunen, maar dat zij mentaal bezig zijn met wat er gebeurt op het podium. Zo zet je mensen aan in plaats van uit.”
In een kooropera speelt het koor de hoofdrol, dus geen solisten die aria’s zingen. Heeft dat gegeven voor jou ook een extra betekenis?
“Het koor moet één lichaam zijn op dat podium, dat vind ik heel belangrijk. Het koor speelt de hoofdrol. Ja, er lijkt een uitzondering te zijn, en dat is Brandon. Zijn stem hoor je er af en toe tussenuit. Maar hij maakt altijd onderdeel uit van het grotere geheel. In die zin is hij echt een monnik die het principe gelijke monniken, gelijke kappen huldigt. De groepsdynamiek is dan ook een belangrijk uitgangspunt voor mij. De leden van de groep zijn van elkaar afhankelijk. Zij vormen een collectief lichaam dat gezamenlijk beweegt. Die gedachte is mijn startpunt. Vergelijk het met een zwerm spreeuwen. In zo’n groep gaat het ook niet om de individuele spreeuw, die valt niet eens op. Maar het gaat echt om het grotere geheel dat de enkeling overstijgt.”
















