top of page

"De zee bepaalt mijn ritme en mijn klank" 

Componist Rens Tienstra voelt zich het meest thuis aan zee. De golven, het licht en het geluid van de kust zijn een inspiratiebron in zijn werk. In zijn kooropera Brandon’s Voyage komen zijn fascinatie voor de zee en zijn liefde voor middeleeuwse muziek samen.

Interview Gerrit-Jan KleinJan

 

Nee, hij is duidelijk geen landrot. Het leven van componist Rens Tienstra is innig verbonden met de zee. “De zee, die moet in de buurt zijn”, zegt hij. “Ik kan altijd zien of ik in het binnenland ben of aan de kust. Het licht is anders aan zee, helderder. Je hoort de branding al vanaf ongeveer vijf kilometer van de kust. Zeker als het stormt kun je hem goed horen.”

Tienstra (1988, hij is naast componist, ook dirigent, musicoloog, docent en programmeur) ontdekte vroeg in zijn loopbaan hoezeer hij verknocht is aan de zee. Al tijdens zijn studie in Amsterdam kwam hij erachter dat hij een kustbewoner is. Hij voelde zich daar een vis op het droge. “Ondanks dat Amsterdam niet heel ver van de zee weg ligt.”  Tienstra, geboren en getogen in de badplaats Noordwijk, heeft zijn huis er zelfs op uitgekozen. “Aan het einde van de straat is de zee.” En dat doet iets met hem. “Gewoon het in de nabijheid verkeren van zo'n watermassa, dat is toch iets. De beweeglijkheid, het dynamische. Je bent in de nabijheid van iets dat groter is dan jezelf, dan de menselijke maat der dingen. En dat vind ik enorm inspirerend.”


Enfin, de zee dus. Niet zo vreemd – beter nog: het lijkt wel onvermijdelijk – dat veel van zijn kunstzinnige bezigheden op de één of andere manier een maritiem element hebben. Ook in Brandon’s Voyage is die thematiek niet ver weg. Tienstra: “De invloed van de zee komt terug in golfbewegingen, in toonladders, in ritmes en bepaalde harmonieën die ik ermee associeer.”

 

Brandon, de Ierse heilige op wie jouw opera is gebaseerd, is naast monnik ook zeeman. Waarom koos je juist voor dít zeeverhaal?

“Om te beginnen ben ik erg gek op de middeleeuwen. En dit was de populairste vertelling in de middeleeuwen in het huidige Nederland. Langs de hele kust van Nederland, België, Frankrijk en Engeland vind je manuscripten met dit verhaal. Dat vond ik zo leuk: het is echt iets van hier. Ik had daarom al heel lang het idee dat ik hier nog eens iets mee wilde doen. Maar ik zat meer te denken aan instrumentale stukken, omdat het middeleeuwse Nederlands zo ver van de mensen af staat.”

 

Waardoor kwam deze kooropera er dan toch?

“Ik was vorig jaar zomer op de Orkney eilanden bij Schotland. Helemaal niet op zoek naar Brandon, maar eilanden en zee. En daar las ik ook werk van de schrijver George Mackay Brown, waar ik een groot fan van ben. Het ene na het andere prachtige gedicht kwam onder mijn ogen. Zodoende ontdekte ik dat hij ook het verhaal van Brandon heeft opgepakt. Hij heeft al behoorlijk in de oorspronkelijke versie zitten knippen, wat erg prettig is. Hij nam er namelijk alleen uit wat hij interessant vond. Wat ik echt heel mooi vind, is dat hij in het midden laat of de reis echt is of enkel plaatsvindt in het hoofd van Brandon. Juist ook vanwege die dubbelzinnigheid sloeg ik ook zo aan op deze versie. Opeens was het: ‘Bam’. Opeens heb je dan de muziek voor ogen.”
 

Maar dan is er nog geen compositie. Hoe begin je aan zo’n stuk?

“Het varieert. Ik kan soms een hele tekst gewoon lezen en daar echt een maand op kauwen zonder ook maar één keer de piano aan te raken. Gewoon een beetje voor jezelf zingen, dat soort dingen. Bij mij is het negen van de tien keer uitfiltering.”

 

Wat bedoel je daarmee?
“Schrijven is toch vooral schrappen, ook als je componeert. Díe noten wel, díe noten niet. Dat geeft mij structuur, zo krijg ik een mooie mal waarmee ik verder kan. Ik begin met iets wat van zichzelf al vrij vol en rijk is: een akkoord, een tekst, een ensemble. Gedurende het stuk wil ik dat niet per se variëren, maar meer uitfilteren. Daarmee bedoel ik dat je bepaalde aspecten van een akkoord, of een ensemble, of een instrumentatie meer inzichtelijk maakt. Ik hou van minimale composities. Iedere noot die er staat, moet er zijn. Iedere noot die er niet is, hoeft er ook niet te zijn. In mijn hoofd denk ik eerst die structuur uit. Als ik naar het papier ga, heb ik eigenlijk het schrapproces al gehad.”


Hoe horen we dit proces van wat jij uitfiltering noemt terug in Brandon’s voyage?

“In Brandon ga ik bepaalde toonhoogtes af. Op die manier breng ik structuur aan. En wat betreft de ritmes gaat het bijvoorbeeld van een heel vrij Gregoriaans ritme naar een steeds strakker ritme. Dat soort processen zijn er gaande. Dat zijn zaken die de luisteraar onbewust meekrijgt, maar hij hoeft die absoluut niet te weten om te muziek te verstaan. Het is meer voor mij, het is mijn logica die daar papier staat.”
 

De opera begint met een Gregoriaans gezang dat op verschillende keren in de opera terugkomt. Waarom speelt deze melodie zo’n prominente rol?

“Om meerdere redenen heb ik dit Gregoriaanse gezang, de antifoon Nos qui vivimus, verwerkt. Om te beginnen gaat de opera over monniken en zet je hiermee een kloostersfeer neer. Maar de belangrijkste reden is dat je in het Gregoriaans verschillende melodische patronen hebt die allemaal een eigen karakteristiek hebben. Daarvan is er eentje heel bijzonder, die heet de ‘tonus peregrinus’. Dat betekent ‘de zwervende toon’ en die wordt dus gebruikt voor teksten die gaan over reizen, exodus, op pad gaan, etcetera. Dit kleine gregoriaanse gezang dat je telkens weer hoort staat precies in die tonus peregrinus. Dus dat past uitstekend bij Brandon. En weet je wat ook grappig is? Dit fragment heb ik gevonden in een manuscript uit, jawel, Utrecht. Dat vind ik een leuke knipoog naar Kamerkoor Next, dat immers ook uit Utrecht komt. De kernmomenten, bijvoorbeeld aan het einde van een scène of als Brandon weer aan land is gekomen, dat zijn dan precies de plekken dat ik die melodie er weer even in gooi.”

 

Dus als de luisteraar het gregoriaanse gezang hoort, dan weet-ie: dit is een belangrijk moment.
“Ja, dat hoop ik wel.”

Opletten dus, ook voor jou.
“Ik ga zeker kijken naar het publiek of er iets gebeurt.”

 

Zit er nog een boodschap in dit stuk?

“Een boodschap? Dat klinkt zo belerend. Ik zou het liever een inspiratie noemen of een sfeer. De reden waarom Brandon op reis moet, is zijn gebrek aan nieuwsgierigheid. Dus ik zou het liefst willen dat de mensen in de zaal na afloop wat nieuwsgieriger zijn - dat klinkt dan best wel weer belerend. Ik bedoel dat men nieuwsgierig wordt naar wat dan ook. Dat kan zijn óf naar dit verhaal, óf naar die zeereis, óf naar Ierland, óf naar het Gregoriaans, óf gewoon naar Kamerkoor NEXT. Dus, om met de schrijver Godfried Bomans te spreken, dat luisteraars een soort verwondering meekrijgen. Ja, dat is het: ik hoop op een bepaald stadium van verwondering.”

Bestel nu tickets voor
Brandon's Voyage:

bottom of page